De drie gebouwen variëren gebaseerd op de stedelijke inbedding in hoogte, volume en vorm. Hoewel de volumes van de drie gebouwen divers zijn, verenigen de gebouwen zich in oriëntatie, materiaalgebruik en architectonische detaillering. Elk bouwblok heeft een eigen herkenbare identiteit met een alzijdige architectonische uiting op basis van de gevelcompositie die de individuele woning accentueert. Het ensemble heeft overal dezelfde architectonische taal en vormt een samenhangend geheel. Bij de opzet van het plan is rekening gehouden met zoninstraling, zichtlijnen en begroeiing met de nadruk om niet alleen het landschap op de eigen kavel te herontwikkelen, maar een integraal plan te maken voor de begroeiing op en rond de locatie.
stedenbouwkundig concept en compositie

